Tussen lichten en muziek, een zee van stemmen om me heen. En daar stond jij, als een sterrenlicht, zo dichtbij, maar toch alleen. Ik voelde iets wat ik nooit had gekend, mijn hart sloeg over, hield zijn adem in. De wereld vervaagde om ons heen, maar ik was gevangen in het begin.
Ik zag de zon in jouw ogen, de maan verborgen in je lach. Alles in mij schreeuwde je naam, maar mijn lippen bleven stil die nacht.
Ooh, Ik zag de zon in jouw ogen, de maan verborgen in je lach. Alles in mij schreeuwde je naam, maar mijn lippen bleven stil die nacht.
Ooh, ik zag je, ik voelde je, één moment en alles veranderde. Maar ik durfde niet, ik kon niet, en jij verdween in de nacht. Mijn hart riep, mijn ziel huilde, maar de stilte hield me vast…
Ik zocht je tussen schaduwen, waar jij je voetstappen liet. Als een droom die langzaam vervaagt, zoals zand dat tussen vingers glijdt.
Ik zag de zon in jouw ogen, de maan verborgen in je lach. Alles in mij schreeuwde je naam, maar mijn stem was als een zachte vlaag.
Ooh, ik zag je, ik voelde je, één moment en alles veranderde. Maar ik durfde niet, ik kon niet, en jij verdween in de nacht. Mijn hart riep, mijn ziel huilde, maar de stilte hield me vast…
Jaren later, in een andere stad, tussen vreemden en verloren tijd. En daar sta jij, precies zoals toen, maar nu is het lot aan mijn zij.
Ik stap naar voren, ik zeg je naam, en eindelijk… glimlach jij naar mij.