In de zomer van ons samen zijn, droeg de wind jouw naam zacht op mijn huid. Onze harten dansten in het gouden licht, liefde die nooit verdwijnt, alleen verschuift.
Maar de herfst kwam als een fluistering, bladeren vielen zonder geluid. Ik hield je vast, ik hield je stevig vast, maar het lot nam jou mee, zonder tijd om echt afscheid te nemen.
Als bladeren vallen, laat ik je los, maar in de winter huil ik met de storm. En als de lente zachtjes opengaat, weet ik dat jij nog altijd in mij woont. Jij bent niet weg, jij bent niet weg… Je leeft in alles wat ik voel.
In de kou van lange nachten, zoek ik je in dromen die vervagen. Elke ster die ik aanraak met mijn ogen, fluistert zacht jouw naam door de tijd.
Maar de lente zingt een nieuw begin, in de bloesem hoor ik jouw stem. Ik draag je met me, ik draag je voor altijd, je adem zit verweven in de wind.
Als bladeren vallen, laat ik je los, maar in de winter huil ik met de storm. En als de lente zachtjes opengaat, weet ik dat jij nog altijd in mij woont. Jij bent niet weg, jij bent niet weg… Je leeft in alles wat ik voel.
Geen dag gaat voorbij zonder jouw licht, maar ik weet dat liefde nooit verdwijnt. Elke vogel die opstijgt in de lucht, herinnert me eraan… dat jij nu vrij bent.
Als bladeren vallen, laat ik je los, maar in mijn hart blijf jij altijd dichtbij. En als de zomer weer zal komen, weet ik dat jij daar wacht op mij.